Prinsjesdag 2021 ~ Belastingplan 2022

Prinsjesdag 2021 verliep in verband met een nog demissionair kabinet anders dan gebruikelijk. Officieel mogen alleen lopende zaken afgehandeld worden. Gezien het formatie proces langer duurt, worden er toch nieuwe fiscale voorstellen gemaakt om door te kunnen gaan in Nederland.

Alle belastingplannen en voorstellen heb ik voor 2022 doorgenomen. De 20 belangrijkste (fiscale) voorstellen van het Belastingplan 2022, uit het koffertje van de demissionair minister van Financiën, zet ik hieronder graag voor je op een rij.

Ondernemers

1)    Verhoging milieu-investeringsaftrek (MIA)

Met de milieu-investeringsaftrek (MIA) stimuleert de overheid bedrijven om te investeren in milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen die op de RVO Milieulijst staan.

Deze aftrek komt bovenop de gebruikelijke (kleinschaligheids)investeringsaftrek en de VAMIL regeling (willekeurig afschrijven). Hierdoor verlaag je de winst en betaal je minder inkomsten- of vennootschapsbelasting.

In het Belastingplan 2022 wordt voorgesteld om per 1 januari 2022 de percentages van de MIA te verhogen naar maximaal 45%.
De MIA kent nu drie percentages: 13,5%, 27% en 36%.
Vanaf 1 januari 2022 wordt dit verhoogd naar 27%, 36% en 45%.

Tip! Het wordt hiermee aantrekkelijker om te investeren in milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen. Overweeg om milieuvriendelijke investeringen uit te stellen tot in 2022. Let wel op dat de Milieulijst ieder jaar wijzigt. Check dus van tevoren of de gewenste investering ook in 2022 op de Milieulijst voorkomt. Zo niet, dan kun je beter de investering in 2021 doen.

2)    Lager gebruikelijk loon dga innovatieve start-up

Als directeur-grootaandeelhouder (dga) ben je in Nederland verplicht om jezelf een gebruikelijk loon toe te kennen voor de werkzaamheden die je voor je onderneming verricht. Het gebruikelijk loon stel je vast op het hoogste bedrag van de volgende drie bedragen:
– 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking;
– het loon van de meestverdienende werknemer;
– ten minste EUR 47.000 (2021).

Voor innovatieve start-ups kan deze gebruikelijkloonregeling relatief veel impact hebben op de liquiditeitspositie van de onderneming. Om innovatie te bevorderen mag het gebruikelijk loon onder voorwaarden vastgesteld worden op het wettelijk minimumloon.

Deze regeling zou per 1 januari 2022 komen te vervallen. In een apart wetsvoorstel wordt dit verlengd tot 1 januari 2023. Dit zorgt ervoor dat de liquiditeitspositie van de BV ook in 2022 wordt verbeterd.

3)    Verlaging vennootschapsbelasting

In 2021 is het lage tarief van de vennootschapsbelasting (vpb) omlaag gegaan naar 15%. Dit opstaptarief geldt voor winsten tot EUR 245.000.

Met ingang van 2022 wordt deze grens voor het lage tarief verhoogd naar EUR 395.000. Deze aanpassing houdt in dat in 2022 meer winst onder het lage vpb tarief valt.

Tip! Om optimaal gebruik te kunnen maken van dit voorstel kan het voordelig zijn om een bestaande fiscale eenheid (deels) te verbreken. Let daarbij goed op de mogelijke nadelen van deze wijziging.

4)    Wijzigingen verliesverrekening VPB

Per 1 januari 2022 worden de regels voor verliesverrekening in de vennootschapsbelasting (vpb) gewijzigd.

De verliesverrekening wordt beperkt indien winsten hoger zijn dan EUR 1 miljoen. Deze winsten zijn dan nog slechts voor 50% verrekenbaar. Winsten van EUR 1 miljoen of lager zullen volledig verrekenbaar blijven.

Daarnaast kunnen verliezen onbeperkt verrekend worden met toekomstige winsten (dit was 6 jaar). De termijn voor achterwaartse verliesverrekening blijft één jaar.

Tip! Om optimaal gebruik te kunnen maken van dit voorstel kan het voordelig zijn om uitgaven naar voren te halen om onder de grens van EUR 1 miljoen winst te blijven.

5) Verrekening dividendbelasting en kansspelbelasting

Ondernemers kunnen de ingehouden Nederlandse dividendbelasting (op aandelen) en kansspelbelasting verrekenen met de vennootschapsbelasting. Ook in een jaar waarin geen vennootschapsbelasting verschuldigd is, kan de belastingplichtige nu dividendbelasting en kansspelbelasting verrekenen en een teruggave verwachten.

Om de Nederlandse wetgeving in overeenstemming te krijgen met het Europese recht wordt er een wijziging voorgesteld. Per 1 januari 2022 kan die verrekening alleen nog plaatsvinden als er vennootschapsbelasting verschuldigd is. Als hierdoor niet alle ingehouden dividendbelasting en kansspelbelasting in een jaar verrekend kan worden met de vennootschapsbelasting, schuift dit onbeperkt door naar toekomstige jaren.

6)    Stimulering aanschaf elektrische auto

De overheid wil de aanschaf van elektrische auto’s blijven bevorderen, al wordt de regeling wel ieder jaar meer versobert gezien het huidige grote succes.

  • Zo wordt de aankoopsubsidie voor nieuwe particuliere elektrische auto’s mogelijk verlaagd naar EUR 3.350 (dit is nu EUR 4.000).
  • Het bijtellingspercentage voor privégebruik van een zakelijke elektrische auto wordt afgebouwd naar 16% (dit is nu 12%).
  • De catalogusprijs waarover dit bijtellingspercentage wordt berekend, wordt verlaagd naar EUR 35.000 (2022) en EUR 30.000 (2023) (dit is nu EUR 40.000). Daarboven geldt het normale tarief van 22%.
  • Volledig elektrische auto’s blijven tot en met 2024 wel vrijgesteld van motorrijtuigenbelasting (MRB) en belasting personenauto’s en motorrijwielen (BPM) terwijl andere auto’s per 2022 zwaarder worden belast.
  • En de milieu-investeringsaftrek (MIA) voor zakelijke elektrische auto’s wordt mogelijk verhoogd (zie punt 1).

 

Tip! Overweeg je om zakelijk een elektrische auto aan te schaffen en deze ook privé te gaan gebruiken? Kijk dan of het lukt om deze nog in 2021 op kenteken te zetten. De bijtelling van 12% over maximaal EUR 40.000 blijft dan voor 5 jaar gelden.

7) Vrachtwagen KM heffing vanaf 2026

Kort voor Prinsjesdag is het wetsvoorstel Wet vrachtwagenheffing ingediend. Als dit wetsvoorstel wordt goedgekeurd gaan binnenlandse en buitenlandse vrachtwagens in de loop van 2026 een kilometerheffing betalen.

De kilometerheffing geldt voor autosnelwegen en een aantal andere (N)wegen. Het tarief bedraagt gemiddeld EUR 0,149 per gereden kilometer conform boordapparatuur en hangt onder andere af van het gewicht en de milieukenmerken van de vrachtwagen.

Met de komst van deze nieuwe vrachtwagenheffing komt het Eurovignet te vervallen en wordt de motorrijtuigenbelasting voor vrachtwagens verlaagd.

8)    Tijdelijke uitbreiding WKR Covid-19 loopt af

In 2020 en 2021 heeft het kabinet tijdelijk de vrije ruimte binnen de werkkostenregeling (wkr) verhoogd om werkgevers meer ruimte te bieden om hun werknemers te belonen in de roerige Covid-19 periode. Je mag 3% over de eerste EUR 400.000 van de fiscale loonsom hieraan besteden.

Het voorstel betreft om de vrije ruimte voor het jaar 2022 weer te verlagen naar 1,7% over de eerste EUR 400.000 van de fiscale loonsom. Over de meerdere loonsom bedraagt de vrije ruimte 1,18%.

Tip! Beoordeel of er in 2021 nog vrije ruimte over is om je werknemers positief en belastingvrij te verrassen met een cadeau of bonus.

9)    Compensatie koffie thuiswerkplek, lagere reiskostenvergoeding

Vanaf 1 januari 2022 is het mogelijk om werknemers een onbelaste vergoeding te geven voor de extra kosten die zij maken omdat ze thuiswerken. Denk daarbij aan kosten voor elektriciteit- en waterverbruik, verwarming, koffie, thee en toiletpapier.

Deze onbelaste thuiswerkkostenvergoeding van maximaal EUR 2 per werkdag wordt een gerichte vrijstelling binnen de werkkostenregeling. Het is van belang dat je schriftelijk vastlegt welke dagen je werknemers thuiswerken.
Let op dat je op deze dagen geen onbelaste reiskostenvergoeding van 19 ct per kilometer mag betalen. Een uitzondering geldt wel voor een zakelijke afspraak vanaf thuis. Door afspraken met je werknemer te maken over het aantal kantoor- en thuiswerkdagen kun je overigens wel beide regelingen toepassen.

Tip! Om extra administratie te voorkomen kun je ook schriftelijk een vaste reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer en een vaste thuiswerkkostenvergoeding afspreken voor het standaard aantal dagen dat wordt thuisgewerkt. Een incidentele wijziging leidt niet tot aanpassing in de vaste vergoedingen, structurele wijzigingen echter wel.

10) Meer flexibiliteit bij gebruik WBSO

In het Belastingplan 2022 is opgenomen dat het gebruik van de WBSO eenvoudiger wordt (Wet ter bevordering van speur- en ontwikkelingswerk). Zo wordt het indienen en toekennen van een S&O-aanvraag vereenvoudigt en verkort.

In de praktijk betekent dit dat je vanaf 1 januari 2022 maandelijks een nieuwe S&O-verklaring kunt aanvragen. Per jaar kun je maximaal 4 verschillende verklaringen aanvragen. Verder biedt het Belastingplan 2022 de mogelijkheid om, onder voorwaarden, zelf te bepalen welk gedeelte van de WBSO je maandelijks in de loonaangifte verrekent.

11) Werknemer krijgt belastingkeuze bij aandelenopties

Het wordt aantrekkelijker om werknemers in aandelenopties uit te betalen. Hierdoor kunnen bijvoorbeeld start-ups en scale-ups gemakkelijker talent aantrekken en wordt een stimulans gegeven aan de ontwikkeling van nieuwe bedrijven in Nederland.

Werknemers moeten over de aandelenoptie belasting betalen, omdat het een vorm van loon is. Op dit moment wordt belasting betaald als de opties worden omgezet in aandelen (huidige regeling). Het nadeel van dit heffingsmoment is dat werknemers (en de werkgever) direct belasting moeten betalen, terwijl ze de aandelen niet altijd al mogen verkopen of voldoende geld hebben om de belasting te betalen.

Als werknemer kun je daarom vanaf 1 januari 2022 ook kiezen om belasting te betalen op het moment waarop de aandelen verhandelbaar zijn en er daardoor wel geld beschikbaar is.

Tip! Overweeg een uitbetaling in aandelenopties uit te stellen naar 2022. Op deze wijze levert het een liquiditeitsvoordeel voor de werknemer op.

12) Lagere basispremie WIA/WAO en lagere werkgeverslasten

Momenteel is de basispremie WIA/WAO (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen/Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering) gelijk voor alle werkgevers.

Met ingang van 1 januari 2022 gaan kleine werkgevers een lagere premie betalen en alle andere werkgevers een hogere premie. De grens voor een kleine werkgever ligt bij een loonsom van EUR 882.500 (2022). Het verschil tussen de lage en de hoge premie zal maximaal 2% zijn.

Daarnaast gaan de premies werknemersverzekeringen overigens voor de meeste werkgevers naar verwachting omlaag in 2022.

13) Tegemoetkoming vaste lasten blijft onbelast

Ondernemingen die behoren tot de sectoren die het meest zijn geraakt door de coronacrisis kunnen gebruik maken van de Tegemoetkoming Vaste Lasten regeling (TVL).

Bedrijven krijgen afhankelijk van de omvang van het bedrijf, de hoogte van de vaste kosten en de mate van omzetverlies (minimaal 30%) een tegemoetkoming voor hun vaste lasten. Dit is een gift, dus hoeft niet te worden terug betaald.

De TVL blijft een belastingvrije tegemoetkoming om de vaste kosten te kunnen betalen, bijvoorbeeld huur, pacht, onderhoud, verzekeringen, leasecontracten en abonnementen. Over deze subsidie hoeft geen inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting te worden betaald.

Een soortgelijke regeling gaat ook gelden voor de Subsidie vaste lasten startende MKB-ondernemingen.

14) Nog iets gehoord over de wet DBA?

Het is alweer enige tijd stil rondom de Wet DBA (wet deregulering beoordeling arbeidsrelatie).

Begin dit jaar is als pilot de webmodule gelanceerd (https://ondernemersplein.kvk.nl/webmodule-beoordeling-arbeidsrelatie/). Deze webmodule zou moeten bepalen of sprake is van een dienstbetrekking of niet. Daarnaast geldt al een aantal jaren een beperkt handhavingsbeleid dat zou aflopen per 1 oktober 2021.

Het einde van deze onduidelijkheid is helaas nog niet in zicht. Door de demissionaire status van het kabinet worden beslissingen over de Wet DBA, de webmodule en het handhaven aan een volgend kabinet overgelaten. In de praktijk betekent dit dat de Belastingdienst alleen mag handhaven wanneer aangetoond kan worden dat sprake is van opzet of wanneer aanwijzingen van de Belastingdienst niet binnen een redelijke termijn worden opgevolgd.

Particulieren


15) Budget vervangt scholingskosten aftrek

De arbeidsmarkt blijft in beweging. Zo is er in veel sectoren zoals in de ICT en voor Technische beroepen momenteel veel vraag naar arbeidskrachten.

Om omscholing te stimuleren komt er een aparte subsidie. De scholingsaftrek in de inkomstenbelasting komt naar verwachting te vervallen en wordt vervangen door de subsidieregeling STAP-budget. STAP staat voor Stimulering Arbeidsmarktpositie.

Het STAP-budget kun je inzetten voor je eigen ontwikkeling, omscholing en duurzame inzetbaarheid. Iedereen kan vanaf 1 maart 2022 tot EUR 1.000 aanvragen voor een scholingsactiviteit.

Tip! Beoordeel nog in het 4e kwartaal 2021 of je de door jouw gewenste opleiding het beste nog in 2021 of in 2022 kunt volgen én betalen.

16) Geen wijzigingen fictief rendement box 3

In box 3 Sparen en Beleggen wordt gerekend met een ‘fictief’ rendement op inkomen uit sparen en beleggen. Sinds 2017 wordt dit ‘fictief’ rendement afgeleid van de in het verleden behaalde daadwerkelijke rendementen en jaarlijks opnieuw beoordeeld en vastgesteld.

Over de belastingtarieven en berekening van het fictief rendement is altijd veel te doen. Het meest gehoorde geluid is dat het niet aansluit met de werkelijk behaalde rendementen en dat spaarders niet worden tegemoet gekomen.

Per 1 januari 2022 wijzigt de berekeningswijze en het belastingtarief van box 3 helaas niet, wel wordt de berekenwijze duidelijker uitgelegd. Het heffingsvrij vermogen wordt daarnaast iets verhoogd, van EUR 50.000 naar EUR 50.650 per persoon.

17) Verbeteringen voor partners met een koophuis

De eigenwoningregeling wordt op 3 onderdelen aangepast per 1 januari 2022. De regeling wordt rechtvaardiger en persoonlijker zodat partners geen beperking van elkaar meer ondervinden met betrekking tot de hypotheekrenteaftrek.

Daarom worden op het gebied van de eigenwoningreserve, de aflossingsstand en de bestaande eigenwoningschuld aanpassingen gedaan om huidige beperkingen weg te nemen.

Eigenwoningreserve
Wanneer iemand een woning met overwaarde verkoopt, dan moet hij/zij deze overwaarde voor de nieuwe woning gebruiken (regeling eigenwoningreserve). De hypotheekrente op de nieuwe woning kan vervolgens maximaal worden afgetrokken over de aankoopprijs van de nieuwe woning min de eigenwoningreserve. De eigenwoningreserve beperkt dus mogelijk de hypotheekrenteaftrek.

Deze eigenwoningreserve geldt momenteel voor getrouwde partners naar rato van de huwelijksgemeenschap. Zo kan het zijn dat 1 partner een eigenwoningreserve krijgt zonder ooit eigenaar van een woning te zijn geweest.

Vanaf 1 januari 2022 geldt dit alleen nog als partners in algehele gemeenschap van goederen zijn gehuwd of overeenkomende voorwaarden zijn aangegaan. In andere huwelijkssituaties wordt de hypotheekrenteaftrek van de partner, die geen eigenaar was, niet meer beperkt door de eigenwoningreserve van de andere partner.  Eveneens zal bij overlijden de renteaftrek van de langstlevende partner ook niet meer beperkt worden door de eigenwoningreserve van de overleden partner. Vanaf 2022 kan de langstlevende derhalve mogelijk langer hypotheekrenteaftrek terugvragen.

Aflossingsstand
De rente op een eigenwoningschuld is maximaal 30 jaar aftrekbaar. Als bij verkoop van een woning de schuld niet geheel kan worden afgelost, gaat de restschuld en de resterende termijn waarbinnen hypotheekrente mag worden afgetrokken (de aflossingsstand) mee naar een nieuwe woning.

Nu delen getrouwde partners deze aflossingsstand nog naar rato van de huwelijksgemeenschap. Zo kan het zijn dat een partner een aflossingsstand krijgt zonder ooit eigenaar van de woning te zijn geweest.

Vanaf 1 januari 2022 blijft de aflossingsstand gekoppeld aan de partner bij wie deze is ontstaan. De termijn waarbinnen de hypotheekrente aftrekbaar is van de andere partner wordt daardoor niet langer beperkt. Het grote voordeel hiervan is dat hij/zij daardoor mogelijk langer hypotheekrente kan aftrekken.

Bestaande eigenwoningschuld
De eigenwoningschuld moet in 30 jaar worden afgelost om de hypotheekrente op de schuld te mogen aftrekken. Voor leningen van vóór 1 januari 2013 geldt deze aflossingseis niet. Dit heet de ‘bestaande eigenwoningschuld’. Ook na 2013 hoeft deze bestaande eigenwoningschuld niet aan deze aflossingseis te voldoen.

Wanneer partners gezamenlijk een woning kopen waarvan één van hen een bestaande eigenwoningschuld heeft, kan dit tot een renteaftrekbeperking leiden bij de andere partner. Deze krijgt namelijk naar rato van het bezit de bestaande eigenwoningschuld van de ander toegerekend. Omdat voor deze partner dan niet aan de aflossingseis wordt voldaan, vervalt de renteaftrek voor dát deel van de lening.

Vanaf 1 januari 2022 kunnen partners ervoor kiezen de bestaande eigenwoningschuld van één van beide gezamenlijk te benutten. In dat geval kan de partner die geen bestaande eigenwoningschuld had, toch hypotheekrenteaftrek genieten over een aflossingsvrij deel van de eigenwoningschuld voor zover deze toe te rekenen was aan de bestaande eigenwoningschuld van de andere partner. Dit heeft wel tot gevolg dat die partner ook te maken krijgt met de nog resterende (beperkte) looptijd van de bestaande eigenwoningschuld.

18) Verlaging inkomensafhankelijke combinatiekorting

Per augustus 2022 krijgen ouders meer recht op betaald ouderschapsverlof. Ter gedeeltelijke dekking van de kosten hiervoor stelt het kabinet voor het maximumbedrag van de inkomensafhankelijke combinatiekorting per 1 januari 2022 te verlagen met EUR 395.

19) Overdrachtsbelasting koophuis bij onvoorziene omstandigheden 

Vanaf 1 januari 2021 betaal je als starter op de woningmarkt én jonger dan 35 jaar eenmalig geen overdrachtsbelasting bij de aankoop van een woning waarin je wilt gaan wonen. Kopers vanaf 35 jaar die de woning zelf gaan bewonen, betalen 2%. Kopers die de woning niet zelf gaan bewonen, betalen 8%.

Soms komt het helaas voor dat er onvoorziene omstandigheden na de koop, maar vóór de overdracht via de notaris, plaatsvinden. Denk dan aan een scheiding of overlijden. In deze situatie hoef je vanaf 2022, onder voorwaarden, niet automatisch het algemene tarief van 8% te betalen, maar kun je alsnog gebruik maken van het verlaagde tarief van 0% of 2%.

20) Tegemoetkoming gedupeerden Belastingdienst

In een apart wetsvoorstel wordt voorgesteld om met ingang van 2022 ook een tegemoetkoming te verlenen aan een groep slachtoffers. De bestaande tegemoetkoming geldt nu nog alleen voor individuele belastingplichtigen.

Nieuwe maatregelen moeten het bijvoorbeeld mogelijk maken om in bepaalde situaties een geldvergoeding beschikbaar te stellen of het incasseren van schulden stop te zetten. Daarnaast zal een uitwisseling van gegevens tussen overheidsinstanties voor het vaststellen van de tegemoetkoming tijdiger en vollediger moeten plaatsvinden.

Op welke situaties het kabinet precies doelt is nog niet geheel duidelijk. Het zal naar verwachting gaan om onterecht handelen of juist nalaten door de Belastingdienst.  Denk hierbij bijvoorbeeld aan de kinderopvangtoeslagaffaire.

Bronnen:

Let op: het zijn nog wetsvoorstellen

Enerzijds zijn het geen spectaculaire wetsvoorstellen in verband met het demissionaire kabinet. Anderzijds is het heel goed mogelijk dat de komende maanden alsnog grotere belastingwijzigingen worden voorgesteld die per 2022 zullen ingaan.

Alle hierboven genoemde maatregelen en wijzigingen zijn nog niet definitief. De wetsvoorstellen moeten nog worden goedgekeurd door de Eerste- en Tweede Kamer. De verwachting is dat uiterlijk eind december hierover meer duidelijk wordt.

Eindejaarstips

Uiteraard houd ik je hiervan én van nieuwe wetsvoorstellen graag op de hoogte. In onze eindejaarstips besteden we hier veel aandacht aan. We bespreken dan of het aan te raden is om nog in 2021 actie te ondernemen of dat je beter even kunt wachten tot in 2022.

Wil je samenwerken of heb je een vraag?
Neem vandaag nog contact met ons op om de mogelijkheden te bespreken.
Mail of bel met Iris op hallo@accountantiris.nl of 020-244 04 37 

Top